Waarnemingen app WWN


De landelijke monitoring van de wolf wordt geregeld door het Wolvenmeldpunt. De groep vrijwilligers monitort de wolf voor de zoogdiervereniging.
Helaas wordt er (te) weinig informatie gedeeld of pas heel laat. Ook de mogelijkheden tot het doorgeven van waarnemingen laat de wensen over.

Reden voor mij om eens te kijken of dit niet makkelijker kon. Met mijn ICT-achtergrond en heel veel vrije uurtjes heb ik een app ontwikkeld die zeer gebruiksvriendelijk is om te gebruiken in het veld.
Nadeel hiervan was echter wel dat de monitoring van de waarnemingen niet (meer) bij het Wolvenmeldpunt terechtkwamen en er zo mogelijk informatie verloren ging.


Ondanks veel inspanningen is het tot de dag van vandaag niet gelukt om onze gegevens automatisch door te zetten naar het meldpunt.
Die samenwerking is wel ontstaan door onze data (alleen van drollen) aan te bieden bij de onderzoekers van de Universiteit van Leiden. Zij kunnen aan de hand van die data besluiten om wel of geen DNA-analyse te doen op de uitwerpselen in een uitgebreid dieet onderzoek.
Inmiddels is de waarnemingsapp sterk verbeterd en sluiten de invoervelden veel beter aan bij die van het Wolvenmeldpunt. 

Werkgroep Wolf Nederland


Sinds ik in 2019 mijn eerste wolvenkeutel vond, was ik direct gefascineerd door dit mooie dier dat langzaam zijn intrede in Nederland verstevigd en zich flink uitbreid op met name de Veluwe.

De Boommarter




 Een van de dieren die nog op mijn lijstje staan is de Boommarter. Gisteren liep ik in de Spookkuil en zag ik uit mijn ooghoeken iets bruins. Het was de boommarter! Helaas kon ik hem niet vastleggen, want toen ik de camera scherpstelde was de vogel gevlogen.

Zwart Ree kalf in Spookkuil

Eerder schreef ik al over het zwarte ree dat ik regelmatig aan trof in de Spookkuil.
Begin van het jaar liep zij vaak in gezelschap van een bruine reebok en reegeit.

Vandaag had ik het geluk om dit zwarte kalf op de foto te kunnen zetten. Wat een schatje. Zij/hij stond helemaal alleen verscholen achter een aantal omgevallen bomen en had mij eerst niet in de gaten.
Jonge reeën en herten gaan normaal in de dekking liggen en blijven daar roerloos liggen.

Zo niet deze kleine. Met ferme stapjes door het hout liep ze rustig rond totdat ik in de gaten liep. Daarna maakte de ree zich uit voeten.


De Spookkuil

 

Regelmatig maak ik mijn wandelingen door de “Spookkuil” in Gortel. Dit stuk bos maakt onderdeel uit van Houtvesterij Kroondomein het Loo, maar is in tegenstelling tot het grote Kroondomein, wel het gehele jaar door geopend.


Ik kwam achter de naam, doordat ik in dit gebied een zwarte ree kon vastleggen en deze waarneming aanmeldde op waarneming.nl. Bij het opgeven van de locatie kwam waarneming.nl met de naam “Spookkuil”.
Op topografische kaarten vind je ook de benaming terug. Behalve Spookkuil zijn er nog meer lugubere benamingen te vinden zoals spookbos, kerkhof, galgenberg en Duivelsbosch. De precieze herkomst van de namen is niet beschreven, maar er wordt wel gesproken over deze benamingen.

Met name de verschillende “kuilen” worden omschreven als verstopplekken voor “heidenen”.

In de 15e eeuw worden deze Heidenen o.a. in Gelre nog met vreugde ingehaald en werd hen 'ter eere Gods" geld, brood, bier en haring geschonken. Aan het einde van de 15e eeuw veranderde echter de houding van de overheid tegenover de heidenen. In 1530 verscheen het eerste plakkaat, waarin de heidenen verboden werd zich op te houden in deze landstreken en werden straffen ingesteld op overtreding. Wanneer zij binnen 3 dagen niet verdwenen waren, werden zij gegeseld en werd er een stuk van hun oor afgesneden. Steeds meer plakkaten verschenen er met steeds strengere straffen" Binnen acht dagen Gelderland uit. Wanneer zij toch gevonden werden, werden zij de eerste keer gegeseld, de tweede keer gegeseld en gebrandmerkt en de derde keer volgde zware lichamelijke straf, zij konden zelfs zonder eenige forme van proces opgehangen wordenI'. In de bossen op de Veluwe, het Gortelse-, Vierhouter-, Elspeeter- en Vreebosch, vonden zij goede schuilplaatsen. Daar waren dichte bossen en kuilen (Bommelskuil , Dobbe GeIle, Prinsenkuil , Spookkuil e.a.) waar zij zo goed mogelijk konden verblijven. De overheid heeft kosten noch moeite gespaard, om de heidenen uit de Veluwse bossen te verdrijven. Met eenvoudige middelen ging dit niet. Daarom werd op 6 januari 1699 de eerste grote jacht op de heidenen bevolen. Deze jachten werden van tijd tot tijd herhaald. In 1712 zonden de Staten van Gelderland 50 voetknechten en 25 ruiters naar het Gortelsche Bosch om hen te verdrijven, met de opdracht te trachten twee of drie der voornaamsten te "vatten" en de anderen overhoop 'te schieten. In 1717 bevonden zich zoveel heidenen in de Gortelse en Vierhouter bossen, dat met zeer krachtige maatregelen tegen deze woestelingen de toevlucht nam". Pas in 1750 schijnt de Veluwe "van hunne zoo gevaarlijke tegenwoordigheid verlost te zijn'.
Wanneer we de topografische kaart van Epe bekijken, vooral de laatste uitgaven, dan vinden wij in de omgeving van Gortel, Niersen, Vierhouten en Elspeet tal van namen, die op schuilplaatsen van de heidenen wijzen. Van enkele weten we wat meer:.

Bommelskuil aan de weg van Gortel naar Vierhouten.
Sloet heeft in 1842 deze en andere kuilen bezocht en hoorde van een oude schaapherder: "Wanneer men de Heidenen gewaar werd, luidden de klokken der nabijgelegen kerken, waarschijnlijk om het landvolk te waarschuwen of bijeen te roepen. De Heidenen, die in de kuil verblijf hielden, hadden gezegd, dat men hen daaruit niet zou bommelen . (luiden), hoe hard men in Epe ook de klokken mocht trekken. Dit was ook het geval, en de schuilplaats bleef onbekend. Eens kwam een meisje, dat zij vroeger gestolen hadden, te Epe om erwten te koopen. Men drong er bij haar op aan, dat zij de verblijfplaats verraden zou. Zij weigerde dit, doch zeide, dat men maar trachten moest haar spoor te volgen. Wijl zij van de erwten gestrooid had, gelukte dit; de Heidenen werden overvallen en verdreven en hun schuilplaats werd de Bommelkoele" genaamd.

Dobbe Gelle, nu Stadhouderskuil aan de weg Gortel-Niersen. Over deze naam zijn verschillende verklaringen gegeven. Dobbe GeIle heet midden 1700 'Dobbele Helle". Dobbele = dubbel, Helle kan kuil, maar ook graf betekenen, dus Dubbele Kuil of Dubbel Graf. I.A. Nijhof komt in de Geld. Volksalmanak 1854 tot het volgende: Dobbe kan kuil of waterkom betekenen (in Friesland en Drente is dobbe = kuil). GeIle kan een verbastering zijn van welle, wel, waterbron. Dan wordt Dobbe GeIle dus een kuil, waarin water opwelt, wat inderdaad gebeurde.

Heimerse putje, in 't Vorenhul , bij Gortel , is een verbastering van Heidense putje, waar de heidenen uit de Prinsenkuil water konden halen.

Prinsen kuil. in 't Vorenhul zal een andere naam gehad hebben, de tegenwoordige naam herinnert aan koning-stadhouder Willem II I, die bij de jacht vanuit Dieren, hier rustte en de maaltijd gebruikte. Putterkoppel kan verklaard worden: koppel = gemeenschappelijk land. Putter'= put, dus een gemeenschappelijke kuiI met een put. In Putterkoppel zouden de maal mannen van de bossen hun vergaderingen gehouden hebben. De andere namen: Duyveland, Duvelsbos, Spookkuil en Kraayenberg spreken voor zichzelf.

 Tegenwoordig doet niets meer in het gebied denken aan de slachtpartijen die er zich mogelijk hebben afgespeeld. Het is nu een mooi bosgebied met veel diversiteit in flora en fauna.